Pagina's

dinsdag 28 november 2017

Vrijheidslied voor Outgaarden... op de wijze van de Totale Waanzin - 9 december in de namiddag in Outgaarden

Je kon het al lezen.... in 1976 schreef Bertha Boingen, actief in KVLV Outgaarden én dichteres, een vrijheidslied voor Outgaarden.  Op de vooravond van de fusies.
En... niemand minder dan de Totale Waanzin zal op het erfgoedcafé dit liedje vertolken.  En iedereen mag meezingen natuurlijk, zo is dat altijd met de Totale Waanzin.
Begin alvast te oefenen.  De strofen zijn volgens de melodie van 'de herderkens lagen bij nachte'.  De melodie van het refrein is ons onbekend. 
Zeker komen meezingen op het erfgoedcafé op zaterdag 9 december om 15 u in 't Gemout.  Samen met de boekvoorstelling van Paul Kempeneers over Outgaarden.  Toegang Gratis.
Het lied :

Er was eens een Waalse gemeente
Met als burgemeester, een graaf.
En die edelman zijne bevelen
Voldeden die burgers heel braaf.
Die gemeente was nogal gespreide
En vergroot door een vlaamsch gehucht, Maar toen in die vroegere tijden
Werd daar dan meermalen gezucht:
Advertentie
     Refrein: Waarom toch moeten wij altijd steeds naar die Walen,
     Waarom toch moeten wij daar elk papiertje gaan halen.
     Zijn wij samen niet machtig genoeg, om op onze eigen te gaan,
     Een Vlaamse gemeente willen wij zijn met eigen besturen voortaan.
*
De naam van die Waalse gemeente Was Commune de Ze´trud-Lumay
En de naam van dat Vlaamse gehuchtje ‘Outchard’ comme les Wallons disaient
’t Was naar de ‘maison communale’
Dat die Vlamingen toen moesten gaan
En vaak zuchtten zij met zen allen
Mochten wij op ons eigen toch gaan
*
Negentien honderd twee en twintig
Was ’t jaar dat hun droom werd volbracht
‘Outchard’ dat werd toen ‘Outgaarden’
Zij hadden er zo naar getracht
Te Outgaarden moest men dan stemmen
‘t Ging om een gemeentebestuur
Al stonden zij toen voor veel zorgen
Zij waren zo blij in dit uur.
*
Want neen nu moesten zij voor alles niet meer naar die Walen,
ach neen nu moesten wij daar geen enkel papier meer gaan halen.
Zij waren samen nu machtig genoeg om op hun eigen te staan.
In een Vlaamse Gemeente met eigen bestuur, daar woonden
Zij nu saam voortaan.
*
De voorplaats van het grote ‘schoolhuis’
Dat werd dan het eerste lokaal
Waar men ons paartjes dan trouwde
Maar nu was ’t in Vlaams allemaal
Men schreef toen niet meer bij geboortens
‘Enfant ne´ a` Ze´trud-Lumay’
Maar elk kind was toen burger
Van Outgaarden... c¸a c’e´tait vrai.
*
Langzaam ging Outgaarden bloeien
Nieuwe wegen werden aangelegd
’t is niet meer het vroegere ‘manskot’
Lijk toen al eens werd gezegd
Er kwamen mooi nieuwe gebouwen
Van school en gemeentehuis
Gedaan met te ‘Lummen’ te trouwen
Ons paartjes die doen het nu ‘thuis’.
*
D’Outgaardiers waren fier op hun dorpje
Dan ook als gemeente geteld
Zo verliepen er vijftiger jaren
Helaas nu wordt weer eens verteld
Dat, het zal weer gaan verand’ren
Dat Outgaarden niet meer zal bestaan
‘Men’ sluit ons weer aan op een ander
Ons gemeente heeft weer afgedaan.
*
Want ja, nu moeten wij zoals men zegt,
‘Fusioneren’. ...Ach ja, dan worden wij...
Groot Hougardiers, zonder meere, Outgaarden
Gaat weer eens van de baan, al was het zo fier
Op zijn naam. Niet meer te ‘Lummen’ maar...
Als Hougardier, staan wij nu op ’t formulier