Een eeuwenoude traditie, zo
levend in Hoegaarden
Palmzondag, voor jong en oud, ingeweken of niet…
Palmzondag heeft elke Hoegaardier in zijn feestagenda staan. Al weken op
voorhand sparen we onze munten op om palmtakjes te kunnen kopen. Dagen op
voorhand kijken we naar de weerberichten. Het weer op Palmzondag is hét
gespreksonderwerp als we bij bakker en beenhouwer aanschuiven.
Zelf ben ik ook een
zogenaamde ‘nieuwe Hoegaardier’ en Palmzondagtraditie van Hoegaarden, daar wou
ik toch nog graag wat meer over weten. Speciaal voor dit artikel ben ik op
bezoek geweest bij de familie Groeseneken in de Beukenlaan. Apostel zijn, dat
zit bij hen in de familie. En ze hebben nog heel wat historisch materiaal van
hun overgrootvader-apostel Groeseneken.
Marleen: Sinds wanneer zijn
jullie lid van het apostelgenootschap?
Dominique (apostel Petrus): Sinds 1992, al 23
jaar dus. Eerst was ik discipel en in 2010 ben ik echt apostel geworden.
Tom (discipel): Sinds 2011 ben ik
discipel. Discipelen zijn oorspronkelijk de dragers van de Palmezel. Nu zijn ze
ook de “reserve”-apostelen. Ik ben het geworden op vraag van de apostelen.
Marleen: Hoe lang zit dat
apostelschap al in de familie?
Dominique: Mijn
overgrootvader was sinds 1900 lid van het genootschap. Dat wil zeggen dat onze
familie al 115 jaar apostelen levert. Eigenlijk was mijn overgrootvader niet
van Hoegaarden. Hij was van Neerlinter, maar is met een meisje uit Hoegaarden
getrouwd en in Hoegaarden blijven wonen. En zo kon hij apostel worden.
Marleen: Die regels om
apostel te worden en de rituelen van Palmzondag, wie heeft dat eigenlijk
bepaald?
Dominique: Eigenlijk is alles
bepaald in de statuten. Die dateren al uit 1631, die zijn dus bijna 400 jaar oud.
De belangrijkste voorwaarde om apostel te worden is volgens de statuten
‘van eerlijk naam, faam en conversatie
zijn’. Als je het boek ‘De Geschiedenis
van Hoegaarden’ hebt, van J. Vander Velpen, dan kan je de originele
statuten vinden op pagina 168.
Marleen: Hebben jullie
ondertussen al wat regels uit de statuten veranderd?
Dominique: Vroeger was het zo
dat discipelen niet mochten getrouwd zijn. Die regel hebben we moeten
aanpassen, want anders vonden we er geen meer. Tot eind 1800 was het ook zo dat
de apostelen blootvoets liepen. Een andere afwijking van de statuten is het
feit dat er al wel eens een uitzondering wordt gemaakt voor Hoegaardiers die
uitgeweken zijn, dat ze toch apostel kunnen zijn, ook als ze hier niet wonen.
Maar we proberen wel zo dicht mogelijk bij de traditie te blijven. Zo
gaat het apostelschap meestal over van vader of zoon (of schoonzoon).
Marleen: Vertellen jullie
wat over de rituelen in de week voor Palmzondag, op Palmzondag zelf en de week
nadien.
Tom: De week voor Palmzondag
gaan we bedelen voor onze maaltijd op Palmzondag. We gaan dan bij privépersonen
maar ook bij handelaars en cafés. Vroeger gaven de mensen groenten of een
stukje vlees voor de avondmaaltijd, nu krijgen daar ofwel geld ofwel bonnetjes
voor drank. Om hen te bedanken geven we ze nu een gesigneerde oorkonde.
De zaterdag voor Palmzondag wordt de ezel ‘van stal gehaald’. Hij wordt
in de pastorie versierd met palmtakken. Kinderen die zelf geen palmtakken in de
tuin hebben, mogen er daar ook komen afhalen.
Op Palmzondag zelf moeten we om 8.00 u ’s mogens in de pastorie zijn.
Daar doen we onze kleren aan. Het umbrakel
van de apostelen wordt door de Momboorvader en apostel Petrus aangebracht bij
de anderen. Hoe dat ‘vastmaken’ van het umbrakel gebeurt, daar is iedereen
nieuwsgierig naar, maar dat is een goed bewaard geheim…
Elke apostel heeft een attribuut. Petrus heeft een sleutel, maar er
zijn er ook met een kruis, met een kelk, met een boek, een winkelhaak, een
zaag, enz. Elke apostel heeft zijn vaste plaats in de rij.
Om 09.15 u luidt de klok. Wij worden dan afgehaald door de vormelingen
om samen in stoet naar de kerk te gaan. In de kerk gebeurt de palmwijding. Ook
de apostelen krijgen een gewijde palmtak. Zij moeten rond de ezel gaan, ze
krijgen een palmtak van de pastoor en moeten de tak kussen. Als zij de communie
nemen, moeten ze op hun knieën zitten en bezinnen.
Dan is het processie. Na de processie klopt Petrus op de deur met de
sleutel en gaan de apostelen naar de gebedswake. Tijdens het lijdensverhaal
gaan de apostelen weg, terwijl de discipelen blijven zitten.
Dominique: Dan gaan we terug
naar de pastorij, waar we een geuze drinken en onze apostelkleren uitdoen. Het
is dan 12.00 u. en tijd voor ons ontbijt. Om 14.00 u. eten we nog ‘aat de zoëre’, iets zuur: een
pekelharing of kop in ’t zuur.
Om 15.00 u. is het lof, waar we rozenhoedjes bidden ter nagedachtenis
van de overleden apostelen.
De ezel, die blijft ondertussen in de kerk staan. Mensen mogen gewijde
palmtakjes van hem afplukken. De apostelen nemen ook wat takjes af en zetten
die op het graf van de overleden apostelen.
De beker…
Om 17.00 u. is het dan tijd voor de beker. De beker (met rode of witte
wijn) wordt doorgegeven. Nieuwe apostelen worden dan ingewijd en moeten volgens
de statuten drie bekers wijn na elkaar drinken.
Om 20.00 u. hebben we ons avondmaal. Dat bekostigen we met het geld dat
we bij elkaar gebedeld hebben.
Marleen: Wat gebeurt er met
de resterende palmtakjes die nog op de ezel zitten en die niet werden
meegenomen?
Tom: De resterende palmtakjes
worden het jaar nadien verbrand en op Aswoensdag kan je met de as van die
palmtakjes een askruisje komen halen.
Marleen: Wat doen mensen met
de palmtakjes die ze kopen?
Dominique: De meeste mensen
steken dat achter een kruisje aan de muur, hangen het op in hun auto en… een
Hoegaards weetje: als je zo’n palmtakje in je tuin plant, heb je een vruchtbare
tuin, met veel opbrengst.
Marleen: De apostelen hebben
ook nog een activiteit op Witte Donderdag?
Dominique: Op Witte Donderdag
doen we weer onze apostelkleren aan voor de voetwassing. Daar wordt echt wel
uitgebeeld hoe de voetwassing in het evangelie wordt beschreven. Bijvoorbeeld
ook hoe Petrus weigerde om zijn voeten te laten wassen. Het is voor iedereen
een aanrader om die viering eens mee te maken: Witte Donderdag om 20.00 u.
Marleen: Wat is er zo
speciaal aan apostel zijn?
Tom: Palmzondag in Hoegaarden,
we moeten het in ere houden. Het is een mooie traditie. Het is erfgoed van het
hoogste niveau. Zelf wil ik als jongere ook een voorbeeld zijn voor andere
jongeren die iets voor onze gemeenschap willen doen. Het is belangrijk dat we
voldoende jonge mannen vinden om de traditie verder te zetten.